Randjes vlechten van wilgentenen
Paaltjes in de grond STAP 1
Sla paaltjes op gelijke afstand van ongeveer 40 cm in de grond. Heel handig: gebruik een stokje om de afstand te bepalen. Dan hoeft u niet steeds opnieuw te meten. Voor de paaltjes gebruikt u de onderkanten van de dikste wilgentenen.
De wilgen vlechten STAP 2
Vlecht de twee wilgen afwisselend voor- en achterlangs, zodat de paaltjes goed rechtop blijven staan. Zorg ervoor dat het vlechtwerk goed aangedrukt blijft. Zet uw voet er even op. Het vlechtwerk wordt hierdoor mooier en steviger.
De wilgen goed aandrukken STAP 3
Vlecht de wilgen door tot boven aan de paaltjes. Druk het vlechtwerk steeds stevig met de hand aan als u een paaltje passeert.
De laatste wilgen vlechten STAP 4
Zorg er bij de laatste wilgen voor dat ze tegelijkertijd gevlochten worden, zodat ze steeds afwisselend boven liggen. De tenen houden elkaar vast in deze €˜gepaarde€™ bovenrand.
Nu nog de hoeken STAP 5
Steek de wilgen bij een hoek aan het eind in het vlechtwerk van de andere kant.
Let op het eindpaaltje STAP 6
Let op dat het eindpaaltje niet schuin gaat staan.
Spijkeren STAP 7
Spijker de laatst gevlochten wilg aan het paaltje vast, zodat het vlechtwerk niet meer los kan schieten.
The finishing touch STAP 8
Knip met een snoeischaar de uitstekende eindje af. Anders kunt u hierover erg gemakkelijk struikelen.
